Zijn vader stierf toen Chris ongeveer anderhalf jaar oud was.

Hij groeide op in Utrecht bij zijn moeder. Al vanaf zijn vroege jeugd tekende hij. Markant is, alhoewel dat meer schijnt voor te komen, dat hij tot ongeveer zijn achtste levensjaar alles op zijn kop tekende.

Als hij over zijn lagere schooltijd vertelde, gingen zijn ogen opeens een beetje glimmen, boog hij zich een beetje voorover en vertelde hij snaaks, quasie in vertrouwen:
'Het leuke van dat tekenen op school was, dat ik dan vaak express het gommetje onder de bank liet vallen. Als ik me dan bukte om het op te rapen, kon ik het meisje naast mij in haar benen knijpen'. Ook toen had hij kennelijk al veel fantasie.

Na de lagere school ging hij naar de Mulo maar aan leren had hij een broertje dood en hij haalde het dan ook niet.

Op de vraag van z'n oom 'Jongen wat wil je worden? kwam het antwoord 'kunstschilder oom'.
Moeder en Oom Joost voelden daar niets voor. Kunstschilders zijn ordinair, losbandig, houden erotische feesten en zo… nee, zo'n prachtige jongen met zo'n postuur kon maar het beste naar de zeevaartschool!

Alzo geschiedde. Ook dat werd niets en na een half jaar in Den Helder keerde hij terug naar Utrecht.

Moeder en Oom Joost waren ten einde raad. Chris kon goed zijn woordje doen en in de handel zouden zijn verbale talenten goed tot zijn recht kunnen komen.