Het Veluwemeer, randmeer met vele functies

Gelderland en Flevoland worden gescheiden door de randmeren, tussen de Roggebotsluis (bij Kampen) en de Nijkerksluis (bij Nijkerk).
Ze zijn ontstaan door de aanleg van de polders die nu Flevoland vormen.

Randmeren is de verzamelnaam van de wateren tussen beide provincies. Elk deel daarvan heeft weer z'n eigen naam:

© gem. Nunspeet | Nunspeet.Net
Bij ons in Nunspeet gaat het dus om het Veluwemeer. De buitengebieden van de kernen Nunspeet en Hulshorst grenzen aan dit randmeer.

Het Veluwemeer vervult een belangrijke toeristische functie, hoofdzakelijk water- en strandrecreatie. Er bevindt zich een groot aantal campings en jachthavens aan het meer. Verder is het belangrijk voor de waterhuishouding en de scheepvaart. Het heeft een wateroppervlakte van 3.250 hectare.

De randmeren waren vanaf het onstaan gevuld met helder water. Rond 1968 was het stikstof-, nitraat- en fosfaatniveau echter dusdanig gestegen (vooral veroorzaakt door de landbouw) dat het water zomers op erwtensoep leek. Dit werd veroorzaakt door een zeer sterke algengroei.

Door de overheid werd een platform BOVAR (Bestrijding Overmatige Algengroei Randmeren) opgericht. Dat kreeg tot taak om de vervuiling van de randmeren tegen te gaan en het water weer helderder te krijgen.
De zuiveringsinstallaties in Harderwijk en Elburg werden aangepast om fosfaat uit het rioolwater te halen.
Vanuit de Flevopolder werden de randmeren met voedselarm water doorgespoeld.

In de negentiger jaren begonnen al deze inspanningen effect te hebben. Het water werd helderder, waterplanten kwamen weer tot ontwikkeling, de natuur begon zich te herstellen.

Een schoner randmeer betekende ook meer recreatie. Maar ook werd de druk groter om de natuur in de randmeren verder te beschermen en meer mogelijkheden te geven.

Om dit te coordineren kwam de overheid met een nieuwe instantie: de IIVR, een samenwerkingsverband om de Veluwemeren zo in te richten dat alle belangen (recreatie en natuur) zo goed mogelijk aan hun trekken komen.

De randmeren vormen samen een dynamische geheel. Verschillende mensen gebruiken het gebied, zoals vissers, natuurliefhebbers, watersporters en schippers. Aan de kant van Flevoland ligt de vaargeul.

Al deze gebruikers beleven de randmeren niet gelijk. Zo worden waterplanten als fonteinkruiden en kranswier als hinderlijk beleefd door de watersporters, terwijl ze essentieel zijn voor het behoud van helder water. Ze vormen tegelijkertijd een belangrijke voedselbron voor de vogels en vissen.

De beken aan Nunspeetse zijde van de Veluwe stromen op de randmeren uit. Er is dus sprake van een natuurlijke stroming richting het IJsselmeer. Via de beken komt water dat rijk aan fosfaat en nitraat is de randmeren in. Fosfaat en nitraat veroorzaken overmatige algengroei in het water.

Geprobeerd wordt dat vervuilde water te zuiveren om de randmeren zo schoon mogelijk te houden.

Het open water milieu van de randmeren is meestal ondiep. Planten als kranswier en fonteinkruid komen hier voor.
De kranswieren zij zo uniek, dat deze beschermd zijn in een speciale beschermingszone in het kader van de Europese Habitatrichtlijn.

De planten zijn essentieel bij het voorkomen van een algenbloei. Daarnaast zijn ze een belangrijke voedselbron voor watervogels als de kleine zwaan, knobbelzwaan, flamingo en vele eendensoorten.

Het belang van de Veluwerandmeren voor watervogels wordt onderstreept door de aanwijzing als speciale beschermingszone in het kader van de Europese Vogelrichtlijn.

De opbouw van de visstand is door het herstel van de waterplanten gewijzigd, soorten als de baars en de blankvoorn hebben de plaats van de brasem ingenomen.
De snoek hoort hier ook in thuis maar deze is afhankelijk van een natuurlijker waterpeil.
De paling wordt gestimuleerd door het beter mogelijk te maken voor de glasaal om de Veluwerandmeren te bereiken.

Doordat de randmeren door sluizen (Roggebotsluis en Nijkerksluis) gescheiden zijn van de overige randmeren, is de functie van de Ecologische hoofdstructuur voor de lagere dieren en planten beperkt.
De hindernis die de sluizen vormen blijkt uit het voorkomen van sooren aan de ene zijde van een sluis en de afwezigheid aan de andere zijde.

Vele watersporten worden op de randmeren beoefend zoals kanoën, zwemmen, schaatsen, zeilen maar ook surfen, kitesurfen en de pleziervaart met motorboten.

Voor al deze sporten zijn er faciliteiten nodig. De mate waarin hierin voorzien kan worden, is mede afhankelijk van de ruimte die hiervoor gereserveerd kan worden.

De recreatievaart heeft open water nodig, wanneer er kranswier of fonteinkruid groeit dan kan er gemaaid worden. Dit staat echter op gespannen voet met het helder houden van de randmeren en de bescherming van de waterfauna.




RECHTEN SAMENSTELLING VOORBEHOUDEN
samenstelling: gertjan van wijk

Deze site is een exclusieve productie van:
© NUNSPEET.NET